Groeten in het Indisch? Tussen 1945 en 1965 kwamen ongeveer 200.000 Indonesiërs naar Nederland, aangezien er geen plaats meer voor hen was in postkoloniale Indonesië. Vaak weten Nederlanders niet het verschil tussen Indisch en Indonesisch. Iemand met een Indische tongval noemt men al gauw Indonesisch. Indische Nederlanders zijn echter Nederlanders die uit het voormalig Nederlands-Indië stammen. Het gaat daarbij zowel om Indo-Europeanen (Nederlanders met een gemengde afkomst, soms ook wel Indo’s genoemd) en Totok’s, mensen die volbloed Nederlanders zijn. Als het gaat over Indonesiërs, praten we over de oorspronkelijke bevolking. Voorbeelden zijn de Sumatranen, de Javanen of de Balinezen.
Iemand een goedendag wensen
Wilt u iemand groeten in het Indisch, dan zegt u Selamat siang om goedendag te wensen. Voor een specifiekere begroeting aan de hand van het tijdstip, kiest u bijvoorbeeld voor Selamat pagi (goedemorgen) en selamat malam (goedenavond en -nacht). Om iemand welterusten te wensen, gebruikt u selamat malam. Bij mensen die u beter kent, zoals vrienden of familie, gebruikt u hai of halo, dat hallo betekent. Als u tot ziens wilt zeggen, gebruikt u Sampai jumpa.
Een gesprek aanknopen in het Indisch
Vervolgens is het ook prettig om een gesprek aan te kunnen knopen. Vraag bijvoorbeeld Siapa namamu? als u wilt weten hoe iemand heet. U antwoord hierop met Nama saya…. (Ik heet…..). Om te zeggen dat het aangenaam is om kennis te maken, zegt u Senang berkenalan dengan anda. Daarna kunt u bijvoorbeeld zeggen Umur saya, oftewel “ik ben … jaar oud”. Om uit te spreken waar u vandaan komt, zegt u saya berasal. “ik kom uit …”.
Indisch in de Nederlandse taal
Vaak wordt vergeten dat letterlijk miljoenen mensen in Nederland over een connectie beschikken met de oude kolonie Nederlands-Indië. Vooral in het spraakgebruik vindt u talloze woorden terug die afkomstig zijn uit het Indisch. Bekende voorbeelden zijn Soesa, Nassi/Nasi, ketjap, loempia, pienter, bakkeleien en tabee.