Groeten in het Afghaans? Binnen Afghanistan worden tal van talen gesproken. De populairste taal is Dari (circa 50% van de bevolking), daarna Pashto (35%), dan volgen Turkse talen als Turkmeens en Uzbeeks (11%) en tot slot 30 minderheidstalen, waaronder Pashai en Baluchi (4%). Net als de Perzische taal Farsi worden Pashto en Dari geschreven in het Arabische schrift. Het Dari lijkt zo erg op Farsi, de taal die in Iran gesproken wordt, dat veel Afghanen die Dari spreken hun taal ook wel Farsi noemen. Het grootste verschil tussen het Farsi en het Dari is dat Farsi meer woorden uit het Arabisch en Turks gebruikt. Als u echter iemand tegenkomt uit Afghanistan, wordt het zeer gewaardeerd als u een aantal woorden en zinnen in het Afghaans kunt spreken en begrijpen. Hieronder vindt u een aantal handige woorden voor een begroeting in het Afghaans.
Iemand een goedendag wensen in het Afghaans
De belangrijkste taal in het Afghaans is Dari. Als u iemand wilt begroeten in het Dari, zegt u Ruz bacher. Dit betekent “goedendag” en schrijft u als volgt: روز بخیر. In de ochtend begroet u iemand met sobh bacher, dat goedemorgen betekent. Dit schrijft u op deze manier: صبح بخیر. In de avond zegt u tegen iemand scham bacher, oftewel goedenavond. Dit schrijft u zo: شام بخیر. Om iemand welterusten te wensen, zegt u schab bacher, dat dat u op deze manier schrijft: شب بخیر. Ook kunt u iemand altijd begroeten met salam, dat hallo betekent. Dit schrijft u op deze manier: سلام. Kent u iemand goed, zoals een vriend of familielid? Dan gebruikt u het informele choda hafez, dat “dag” betekent. Dit schrijft u zo: خدا حافظ. Ook kunt u ta didar bad zeggen, dat “tot ziens” inhoudt. Dit schrijft u op deze manier: تا دیدار بعد.
Een gesprek voeren in het Afghaans
Naast een begroeting is het prettig als u een aantal basiszinnen kent in het Afghaans, zodat u een gesprek kan voeren. Met name man … ast, zegt u bijvoorbeeld “ik heet…”. De zin man … hastam betekent “ik kom uit…”. Ook man … sala hastam, oftewel “ik ben … jaar oud”, is een handige zin om een gesprek te voeren.